Ik ga graag op reis omdat ik dan rijs. Ik word zoveel groter dan wie ik normaal ben. Het gaat vanzelf wanneer ik gevoed word door warmte en aangename ervaringen. Dat is dan geloof ik, de gist. Als een klein nat bolletje deeg vertrek ik. Een beetje moe van constant gekneed te worden. Het vliegtuig in, mijn lief aan mijn zij (ik vermoed dat hij zich ook een bolletje deeg voelt) en we vertrekken. Vanaf dan kan het alleen maar goed gaan. Zo ging het ook tijdens onze reis naar Indonesië.
We waren verwonderd en toegegeven een mens is dat niet meer zo rap. Oog in oog met het gat van een vulkaan, het geruis van de stromende lava en het zwarte maanlandschap rondom ons.
We gingen ontdekken, een stad, een gerecht, een gewoonte. Een gezellig plekje of een stinkende kamer. Een strand met honderden sarongs of koffieplantages met witte bloemige huisjes.
Hoe meer ervaringen we op deden, hoe meer we groeiden. Ik was opgelucht. Opgelucht dat we dit deden, opgelucht dat mijn wereld groter werd, opgelucht dat we samen konden genieten. We cruiseden met een brommer door de rijstvelden. We werden met open armen ontvangen in een tempel zonder toeristen maar mét een ceremonie.
Er zijn momenten geweest dat ik dacht dat het leven niet beter kon zijn dan dat.
Toen we achterop een pick-up vol gestapeld met hout zaten, deden we wat alle locals zouden doen. Maar het wordt niet verwacht van die rijke toeristen... Er werd naar ons gezwaaid, er werd naar ons én met ons gelachen, er werd geapplaudisseerd. Wij zwaaiden de hele rit, als koning en koningin, met een glimlach op ons gezicht.
Of toen we vier dagen op zee zaten, dolfijnen en een walvishaai zagen en nog eens dolfijnen. Toen we op het dek sliepen, de sterren zagen of toch eventjes dachten dat we die golven niet gingen overleven. Toen compleet onbekenden daar plots vrienden leken. Of toen we nog eens dolfijnen zagen.
Ik werd luchtig van binnen. Ik was m'n betere zelf. Met grootse plannen en projecten voor de boeg.
Maar dan komt een moment. Dat onvermijdelijk komt. De warmte wordt ingeruild door koude, de vrijheid door verplichtingen. De variatie door verveling.
Ingeklapt als een ongebakken brood. Juist voordat het de oven in moest. Zo ben ik hier in België. Bijna alle lucht is uit mij verdwenen maar hier en daar is er nog een restje. Ik zal de luchtbelletjes omarmen...én veel op reis moeten gaan.
Omdat luidop denken beter schriftelijk gaat. Omdat kleine dingen soms om woorden vragen. Omdat schrijven iets is dat ik graag doe. Omdat wat ik schrijf misschien ook eens gelezen mag worden.
maandag 8 december 2014
donderdag 28 augustus 2014
Huisgeluk.
Onverwachts geraakt. Helemaal onze smaak.
Onverwachts anders dan gedacht, zo is de badkamer naar beneden gebracht.
Zo is de gevel niet dat van een heer, maar eerder van een kleine schattige meneer.
Onverwachts overvallen, ademloos denken, als we niet snel beslissen..zijn we het kwijt.
We hebben geen tijd.
Onverwachts durven beslissen.
Een rush van bieden en overleg, van durven vragen om meer te krijgen voor minder geld.
Zo hebben we plots toch een keuken die er eigenlijk niet was bijgeteld. Naar elkaar kijken en denken 't is nu of nooit. Aan de overkant van de tafel dezelfde blikken. Zeggen we oké of moeten we hoger mikken?
Akkoord, hier moeten we op klinken! Zie ons alle vier blinken.
Wij zijn verkocht. Ons huisje komt eraan. Nog eventjes te gaan. Nog wat paperassen, nieuwe huurders in de planning passen, afspraken maken, aan veel geld geraken.
Nog even en dan is't aan ons. Bijna gedacht dat het niet ging lukken. Onterecht.
We hebben een huisje gevonden en we zien het zitten. Echt.
Onverwachts anders dan gedacht, zo is de badkamer naar beneden gebracht.
Zo is de gevel niet dat van een heer, maar eerder van een kleine schattige meneer.
Onverwachts overvallen, ademloos denken, als we niet snel beslissen..zijn we het kwijt.
We hebben geen tijd.
Onverwachts durven beslissen.
Een rush van bieden en overleg, van durven vragen om meer te krijgen voor minder geld.
Zo hebben we plots toch een keuken die er eigenlijk niet was bijgeteld. Naar elkaar kijken en denken 't is nu of nooit. Aan de overkant van de tafel dezelfde blikken. Zeggen we oké of moeten we hoger mikken?
Akkoord, hier moeten we op klinken! Zie ons alle vier blinken.
Wij zijn verkocht. Ons huisje komt eraan. Nog eventjes te gaan. Nog wat paperassen, nieuwe huurders in de planning passen, afspraken maken, aan veel geld geraken.
Nog even en dan is't aan ons. Bijna gedacht dat het niet ging lukken. Onterecht.
We hebben een huisje gevonden en we zien het zitten. Echt.
dinsdag 1 juli 2014
Toon-bank
Voor de toonbank. Weer hetzelfde verhaal.
Voor mij wordt er vlot besteld. Zonder omhaal wordt er besloten.
Die kan dat. Die kan wat. Ik denk verder.
Een vergelijkende studie. Een afweging. Een onderzoek.
Ik probeer met mijn ogen verder te kijken dan ik kan.
De geur verteld nog niets, de smaak is gissen.
Het is aan mij. Ik weet het niet. Ik weet het nooit.
Ik bestel maar. Wat ik al ken. Meestal toch.
En twijfel nog steeds.
Of ik niets anders had moeten nemen, misschien.
Ik stond niet in een frituur vandaag maar al bij al was het hetzelfde.
Weten wat je graag doet is een ding. Maar kiezen is een ander.
Kunnen is weer iets anders. Daar twijfel ik wel eens aan.
Er is geen sollicitatiebrief geschreven. Geen bedrijf opgestart. Geen boek gepubliceerd.
Er is geen tijdschrift gecontacteerd of ik eindelijk hun column inpalmen mag.
Ik kan me nog inschrijven voor een cursus.
Of een ticket boeken naar een ver land, voor een maand of vier.
Dat weet ik allemaal. Dat wordt me getoond.
Maar ik kan niet kiezen.
Ik zal het toch eens moeten leren.
Of ik eet heel men leven lang.
Koude frieten met curryworst.
Voor mij wordt er vlot besteld. Zonder omhaal wordt er besloten.
Die kan dat. Die kan wat. Ik denk verder.
Een vergelijkende studie. Een afweging. Een onderzoek.
Ik probeer met mijn ogen verder te kijken dan ik kan.
De geur verteld nog niets, de smaak is gissen.
Het is aan mij. Ik weet het niet. Ik weet het nooit.
Ik bestel maar. Wat ik al ken. Meestal toch.
En twijfel nog steeds.
Of ik niets anders had moeten nemen, misschien.
Ik stond niet in een frituur vandaag maar al bij al was het hetzelfde.
Weten wat je graag doet is een ding. Maar kiezen is een ander.
Kunnen is weer iets anders. Daar twijfel ik wel eens aan.
Er is geen sollicitatiebrief geschreven. Geen bedrijf opgestart. Geen boek gepubliceerd.
Er is geen tijdschrift gecontacteerd of ik eindelijk hun column inpalmen mag.
Ik kan me nog inschrijven voor een cursus.
Of een ticket boeken naar een ver land, voor een maand of vier.
Dat weet ik allemaal. Dat wordt me getoond.
Maar ik kan niet kiezen.
Ik zal het toch eens moeten leren.
Of ik eet heel men leven lang.
Koude frieten met curryworst.
dinsdag 10 juni 2014
Bakermat
Ik trap me de brug over. De wind werkt met me mee.
De Schelde ruikt naar zee. Of toch de dokken erom rond.
Ik profiteer van mijn hoogte en kijk.
Kranen duiken als pelikanen met een grote bek uit de grond.
De boten dobberen. De zon schittert op het recht afgelijnde water.
De stad die door zovelen lelijk wordt gevonden wordt met mijn ogen verslonden.
In de verte staat het station op mij te wachten.
Ik zie haar al staan, halverwege mijn route.
Ze groet me. Ik lach haar tegemoet.
Skaters ontwijken me. Ik ontwijk hen.
Zo komen we er.
Het groen omarmt me, heel even.
Zo gaat dat in een stad.
De geur van frieten dwaalt door de straten.
Niet zomaar frieten. Die van een kustdorp, een beetje ranzig en goed zout.
De geur van Turks brood wat verderop.
Trammen, verkopers, auto's, kinderen en fietsers weven zich door elkaar.
Ik ben een van hen. Ik ben hier graag.
De Schelde ruikt naar zee. Of toch de dokken erom rond.
Ik profiteer van mijn hoogte en kijk.
Kranen duiken als pelikanen met een grote bek uit de grond.
De boten dobberen. De zon schittert op het recht afgelijnde water.
De stad die door zovelen lelijk wordt gevonden wordt met mijn ogen verslonden.
In de verte staat het station op mij te wachten.
Ik zie haar al staan, halverwege mijn route.
Ze groet me. Ik lach haar tegemoet.
Skaters ontwijken me. Ik ontwijk hen.
Zo komen we er.
Het groen omarmt me, heel even.
Zo gaat dat in een stad.
De geur van frieten dwaalt door de straten.
Niet zomaar frieten. Die van een kustdorp, een beetje ranzig en goed zout.
De geur van Turks brood wat verderop.
Trammen, verkopers, auto's, kinderen en fietsers weven zich door elkaar.
Ik ben een van hen. Ik ben hier graag.
donderdag 5 juni 2014
Vriendinnen.
We zaten in de zon. Omdat het kon.
En de plastic stoelen naar ons lachten.
Geïnviteerd en verwend.
Dessertje in de hand, de zomer op onze smoel.
We horen de houten stokken knallen tegen houten blokken.
Het spel dat elk park en elke tuin veroverd sinds we de Zweden tegen kwamen.
Genietend van het niets doen. Bedanken we zij die alles doet.
Voor dit momentje met ons twee, om bij te babbelen.
Een welkom excuus voor haar om niet te hoeven verbouwen.
Een perfecte afleiding van de baksteen in mijn maag.
We hebben niet zo veel tijd. Al hoeft dat niet om te weten dat het niet zo goed gaat.
Met het leven dat we in gedachten hadden.
Al hebben we het goed met onze mannen. Die gewoon ons lief zijn.
Er zijn wat andere schoentjes die wringen. Ons huis, onze job, ons doel.
We weten niet goed wat aan te vangen met dat leven van ons.
En ik die dacht dat ik de enige was. Die niet goed weet hoe of wat.
Is dat even een meevaller. We zijn alvast met twee.
En de plastic stoelen naar ons lachten.
Geïnviteerd en verwend.
Dessertje in de hand, de zomer op onze smoel.
We horen de houten stokken knallen tegen houten blokken.
Het spel dat elk park en elke tuin veroverd sinds we de Zweden tegen kwamen.
Genietend van het niets doen. Bedanken we zij die alles doet.
Voor dit momentje met ons twee, om bij te babbelen.
Een welkom excuus voor haar om niet te hoeven verbouwen.
Een perfecte afleiding van de baksteen in mijn maag.
We hebben niet zo veel tijd. Al hoeft dat niet om te weten dat het niet zo goed gaat.
Met het leven dat we in gedachten hadden.
Al hebben we het goed met onze mannen. Die gewoon ons lief zijn.
Er zijn wat andere schoentjes die wringen. Ons huis, onze job, ons doel.
We weten niet goed wat aan te vangen met dat leven van ons.
En ik die dacht dat ik de enige was. Die niet goed weet hoe of wat.
Is dat even een meevaller. We zijn alvast met twee.
zondag 11 mei 2014
Onszelf.
Terwijl jij speelt.
Zit ik hier.
Ik zie je niet.
Ik hoor je tokkelen.
Een tikkeltje onzeker.
Ondertussen zet ik enkele vegen.
Ongelooflijk onzeker.
Het is te lang geleden.
Ik vroeg erom.
Of jij de afwas wou doen.
Dan kon ik nog eens iets doen.
Je zei ja.
Daarom alleen al.
Tegen de tijd dat ik alles van onder het stof haalde.
Was het vuil en het sop al weggespoeld.
Je liet me doen.
Ging zelf kijken wat er nog onder het stof zou kunnen liggen.
Ondertussen zing je goed door.
Je kan het nog, dat staat vast.
Alle klassiekers passeren de revue.
Je draagt zelfs een ode op aan mij.
Ik druk ondertussen de verf die wil loslaten.
Schilder bij waar nodig en waar onnodig.
Ik kan het niet meer.
Veel is mee weggespoeld.
Met de tijd die we niet hadden.
Met de tijd die we liever bij elkaar wilden zijn.
We waren verkeerd.
Ik voelde me nog nooit dichter bij jou.
Al zit je een verdieping hoger.
Zit ik hier.
Ik zie je niet.
Ik hoor je tokkelen.
Een tikkeltje onzeker.
Ondertussen zet ik enkele vegen.
Ongelooflijk onzeker.
Het is te lang geleden.
Ik vroeg erom.
Of jij de afwas wou doen.
Dan kon ik nog eens iets doen.
Je zei ja.
Daarom alleen al.
Tegen de tijd dat ik alles van onder het stof haalde.
Was het vuil en het sop al weggespoeld.
Je liet me doen.
Ging zelf kijken wat er nog onder het stof zou kunnen liggen.
Ondertussen zing je goed door.
Je kan het nog, dat staat vast.
Alle klassiekers passeren de revue.
Je draagt zelfs een ode op aan mij.
Ik druk ondertussen de verf die wil loslaten.
Schilder bij waar nodig en waar onnodig.
Ik kan het niet meer.
Veel is mee weggespoeld.
Met de tijd die we niet hadden.
Met de tijd die we liever bij elkaar wilden zijn.
We waren verkeerd.
Ik voelde me nog nooit dichter bij jou.
Al zit je een verdieping hoger.
| Mijn ode aan jou. Je verdient zo veel meer. Ik zal oefenen. |
zaterdag 10 mei 2014
Gent - Wevelgem
De koers.
Voor mij nog braakliggend terrein.
Twijfelend of er ooit iets zal groeien.
Voor hem, een feestdag, een geluksdag, een festijn.
Van zijn geboorte verbonden met wat jaren de aankomst was en wat het nog jaren zal zijn.
Toch als het aan hen ligt.
De dappere gemeente die hun traditie nooit of te nimmer zal verloochenen.
Het is een eer, het is een trots.
De dag waarop geschoren benen trappelen.
Waar een radiostem het parcours begeleidt met metaforen.
Waar de inwoners de handen in elkaar slaan om het podiumplezier te verwezenlijken.
Waar vijf minuten écht iets gebeurd: aankomen.
Waar voor en na eigenlijk belangrijker is.
Waar bier centraler staat dan de koers.
Waar gezopen wordt omdat het zo moet, of omdat een ander het betaald.
Waar het frituurvet op de straatstenen blinkt.
De laatste coureur heeft de aankomst nog niet bereikt of de finish is al afgebroken.
Desinteresse alom.
Sponsorpanelen worden gehaast weggehaald. De weg wordt weer gestroopt.
Wanneer de zon ondergaat zie je in de schemering alleen nog het witte litteken op de weg.
Een rest van het doel waarvoor men 238 kilometer voor zwoegde.
De koers is een braakliggend terrein voor mij.
Een plek waar niets zal groeien.
Een plek waar ik me meer dan ooit vreemdeling voel tussen de toeschouwers.
En van mijn coureur, want hij speelt het spel maar al te graag mee.
Voor mij nog braakliggend terrein.
Twijfelend of er ooit iets zal groeien.
Voor hem, een feestdag, een geluksdag, een festijn.
Van zijn geboorte verbonden met wat jaren de aankomst was en wat het nog jaren zal zijn.
Toch als het aan hen ligt.
De dappere gemeente die hun traditie nooit of te nimmer zal verloochenen.
Het is een eer, het is een trots.
De dag waarop geschoren benen trappelen.
Waar een radiostem het parcours begeleidt met metaforen.
Waar de inwoners de handen in elkaar slaan om het podiumplezier te verwezenlijken.
Waar vijf minuten écht iets gebeurd: aankomen.
Waar voor en na eigenlijk belangrijker is.
Waar bier centraler staat dan de koers.
Waar gezopen wordt omdat het zo moet, of omdat een ander het betaald.
Waar het frituurvet op de straatstenen blinkt.
De laatste coureur heeft de aankomst nog niet bereikt of de finish is al afgebroken.
Desinteresse alom.
Sponsorpanelen worden gehaast weggehaald. De weg wordt weer gestroopt.
Wanneer de zon ondergaat zie je in de schemering alleen nog het witte litteken op de weg.
Een rest van het doel waarvoor men 238 kilometer voor zwoegde.
De koers is een braakliggend terrein voor mij.
Een plek waar niets zal groeien.
Een plek waar ik me meer dan ooit vreemdeling voel tussen de toeschouwers.
En van mijn coureur, want hij speelt het spel maar al te graag mee.
dinsdag 4 februari 2014
Huizenbrief
Beste huizenmarkt,
Kan je even instorten voor mij? Niet een klein beetje stagneren, nee, instorten. Ten gronde gaan! Ten onder! Imploderen, exploderen! Crashen in het heden, de tegenwoordige tijd. Een huizenmarkt tot 0 herleid.
Overal waar we kijken rijzen dan 'te koop' bordjes uit te grond naast prachtige huizen. Geen hutjes, geen misbaksels, geen mini's, geen projecten, geen dure dromen, geen zeepbellen, geen bakstenen vorm van slechte smaak. Nee, prachtige huizen. Dan hebben we het voor te kiezen, als in een supermarkt.
Kopen we kant-en-klaar of genieten we van het werk en is het helemaal onze smaak? Een herenhuis mét tuin dat zegt me wel wat. Zeker als het op grondgebied ligt dat vroeger goud leek te zijn. Maar nu. Nu doen we dat gewoon.
Dat huis kochten we dan voor 18.000 euro. U hebt pech mevrouw, het is groot beschrijf. Ai, dat is dan 10%. Oh maar zijn we niet verwend? Een percentage van weinig blijft weinig, dat kan er ook nog wel bij.
En dan hebben we dat huis. Zo gemakkelijk ging dat dan.
En dan mag u terug de hoogte in gaan. Voor al mijn lieve vrienden die in tegenstelling tot ons wel een huis vinden. Die belachelijke prijzen betalen omdat ze er niet aan dachten u te overhalen.
Beste huizenmarkt, zullen we het zo afspreken. Hoeft niet lang te zijn, ik spreek zelfs niet over weken. Als u gewoon even voor één week of voor een dag instorten kan?
Het mag ook 's nachts zijn, dan weet niemand ervan.
Alvast bedankt.
Sanne
Kan je even instorten voor mij? Niet een klein beetje stagneren, nee, instorten. Ten gronde gaan! Ten onder! Imploderen, exploderen! Crashen in het heden, de tegenwoordige tijd. Een huizenmarkt tot 0 herleid.
Overal waar we kijken rijzen dan 'te koop' bordjes uit te grond naast prachtige huizen. Geen hutjes, geen misbaksels, geen mini's, geen projecten, geen dure dromen, geen zeepbellen, geen bakstenen vorm van slechte smaak. Nee, prachtige huizen. Dan hebben we het voor te kiezen, als in een supermarkt.
Kopen we kant-en-klaar of genieten we van het werk en is het helemaal onze smaak? Een herenhuis mét tuin dat zegt me wel wat. Zeker als het op grondgebied ligt dat vroeger goud leek te zijn. Maar nu. Nu doen we dat gewoon.
Dat huis kochten we dan voor 18.000 euro. U hebt pech mevrouw, het is groot beschrijf. Ai, dat is dan 10%. Oh maar zijn we niet verwend? Een percentage van weinig blijft weinig, dat kan er ook nog wel bij.
En dan hebben we dat huis. Zo gemakkelijk ging dat dan.
En dan mag u terug de hoogte in gaan. Voor al mijn lieve vrienden die in tegenstelling tot ons wel een huis vinden. Die belachelijke prijzen betalen omdat ze er niet aan dachten u te overhalen.
Beste huizenmarkt, zullen we het zo afspreken. Hoeft niet lang te zijn, ik spreek zelfs niet over weken. Als u gewoon even voor één week of voor een dag instorten kan?
Het mag ook 's nachts zijn, dan weet niemand ervan.
Alvast bedankt.
Sanne
Abonneren op:
Reacties (Atom)