Als collega's ook vrienden worden. Zijn het dan nog collega's?
Met momenten wel. In een serieuze vlaag, een vergadering waarbij niet gelachen wordt.
Uitzonderlijk uiteraard maar bestaande. Vaak gecreëerd door externe partners.
Het gebeurt. Zelden.
Gemiddeld maak je slechte moppen.
Gemiddeld praat je over de belangrijke dingen des levens.
Gemiddeld zie je uit naar de gedeelde lunch.
Er zijn een paar collega's die een andere naam verdienen.
En toch.
Praat ik over collega's als ik over hen praat.
Terwijl ik hen meer zie dan vrienden.
Terwijl ik met hen deel.
Terwijl zij mijn ochtendhumeur kennen als de beste.
Ze weten hoe ik mijn koffie drink.
Ze kennen mijn allergie voor oneerlijkheden tussen man en vrouw.
Ze weten dat ik graag mijn handen gebruik.
Het is door die gekke start.
We kennen elkaar door teamvergaderingen, door noodzakelijke lunchmomenten en door werken op een evenement in het weekend.
Maar uiteindelijk eten we frieten samen. Met mijn collega's die meer vrienden zijn.
Misschien moet ik hen vrollega's noemen.
Sanne Schrijf
Omdat luidop denken beter schriftelijk gaat. Omdat kleine dingen soms om woorden vragen. Omdat schrijven iets is dat ik graag doe. Omdat wat ik schrijf misschien ook eens gelezen mag worden.
zondag 2 oktober 2016
vrijdag 16 september 2016
Rustlucht
Ik zit in de zetel, de ramen open, de zon tekent een laatste streep op mijn lijf.
De kussens zacht en jij rommelt de lintjesschuif uit. Ik kijk naar jou en vraag me af hoe ik je wist te strikken.
Het vooruitzicht dat we straks gaan koken. Boodschappen in de ijskast en geen erna-plan. Geen haast dus, geen “snel, snel want het is al acht uur” ook geen rommel die nog voor bezoek…geen erna plan. Erna zien we wel, erna doen we niks, erna. De tuin duwt frisse lucht binnen en ik adem.
Ik denk dat ik een boek ga lezen hier in dit warme nest. Dat zou ik kunnen doen. Alleen dat vind ik al het beste. Er zijn zoveel mogelijkheden als vroeger in de tuin. Waar alles kon in het groen en het gras hoewel er voor de rest niets was. De fantasie als gids, je lijf als volgzame toerist. Vanavond kan echt alles dus. En ik doe lekker niks.
Hoe zou vervelen ook weer voelen? Het lijkt zo ver weg. Toen vond ik het verschrikkelijk en nu lijkt het me niet zo slecht. Niet weten wat te doen, alle lijstjes afgevinkt. Een zee zonder wind, de meeuwen niet thuis.
Dat het goed is hier, straks doe ik mijn lelijke joggingbroek aan. Ze komt net boven mijn knie, ze blinkt een beetje, ze heeft twee witte strepen aan elke zij. Ik draag geen bh maar wel een vormeloze t-shirt en ik dans toertjes in het rond. Ik spring op bed en ik maak een kamp met kussens. Ik kijk hersenloze tv, ik woel met mijn blote voeten in het hoogpolige tapijt.
Dat zou ik kunnen doen.
Goed. Thuis.
woensdag 14 september 2016
Jenga
Zorgvuldig opgebouwd. Dat hoop ik toch. Straatfeest, niemand kijkt maar ik leg een blokje bij. Elke keer opnieuw. Voor mezelf maar ook voor mijn omgeving. Ik roep niet luid: "KIJK IK HEB EEN BLOK BIJGELEGD". Dat doe ik niet. Ik doe het stilletjes. In de hoop dat ooit iemand die toren zal opmerken.
Vermoedelijk niet de beste tactiek. Sommige roepers kregen al voor twee gestapelde blokken applaus. Drie keer zelfs. Hij bleef roepen.
Anderen begonnen nog voor ze begonnen te zeuren.
Maar de wind waait
en hij heeft meer blokken
en ik sta in de zon
en mijn neus is te lang
en mijn oren staan scheef.
Zij kregen schouderklopjes bij elke blok die ze legden.
Goed gedaan
omai zeg
en het waait nochtans hard hé
gij zult nogal een kenner zijn
gelijk dat jij in de zon kan bouwen, zo kan niemand dat
zie je wel dat je neus niet in de weg zit om blokjes te leggen
gij zijt ne krak.
De bevelhebbers die lieten anderen bouwen en kregen de pluimen.
Ze tikten na uren bouwwerk van anderen op de schouder.
Best een schouder van een babbelaar. Een niet zo opmerkzaam babbelaar.
"Kijk eens wat ik gemaakt heb." zegt hij dan stil en beleefd.
Ik blijf blokjes leggen. Niet bepaald opvallend snel, opvallend recht of opvallend hoog.
Maar wel zorgvuldig opgebouwd. Hoop ik.
Nu heb ik het gevoel dat er twee opties zijn.
1 Het wordt avond en iemand steekt die blokken in een zak. Zonder op te merken dat er een toren is gebouwd. "Komaan jongens, het is al laat!"
2 Ik trek de verkeerde blokken eruit en ik kan opnieuw beginnen.
woensdag 17 augustus 2016
écht waar
Ik ga jullie een verhaal vertellen dat je niet zal geloven.
We hadden vijf minuten om er te geraken. Het was niet ver maar er moest veel mee. Zwemgerief, waterdichte schoenen, een appel en een ei. Je weet maar nooit. Met de rugzak op de fiets, het was iets van niets. Achter onze hoek op bezoek. Wij zaten daar te blinken in onwetendheid en we hadden daarvoor 15 minuutjes tijd. Het drankje halfleeg, hapjes die de eerste hongerbeestjes in onze maag verjaagden.
Op de fiets! Een kasteel als doel. Of toch niet? Een hart op de grond met krijt. Voor ons. De vijver in zicht. Een bootje erop. Een mannetje en een vrouwtje erin. Ze zwaaien en wij zingen. Schipper mag ik overvaren ja of nee. We moeten niks betalen. We mogen gewoon mee en eten driehoekjes terwijl de zon en het gesprek ons warm maken. De wekker loopt af. Tweede keer te vroeg, voor mij.
We trappen door de bossen en jij. Jij bent natuurlijk de rede van dit alles. Of toch ongeveer. Niet helemaal. Maar toch bijna. Ik zie je graag fietsen. Dat is alles.
De stalen rossen in een bewaakte stal. Terwijl wij in een chique bosresaturant onder een dak van bladeren een derde gang op smullen. Een boom maakt muziek. Er is echte romantiekwijn en er groeien lelies uit ons bord.
Onze tweewielers gestolen. Al een geluk staan we aan halte "Weetikveel" voor avonturiers en slachtoffers van fietsendieven. Er komt naast 007 en oxo ook wel eens een belbus voorbij voor een appel en een ei. Zie je wel, je weet maar nooit.
In het midden van de zitbank een Duitse man met een gitaar. Hij leert ons wat écht goede muziek is. Wij zingen uit volle borst mee en we vullen de bus goed vind je. Daar zitten de drie achtervogels die net als ons mee kwelen voor niets tussen. Ze waren uit het niets uit de autozetels geploft. Tovenarij.
Die liedjes zijn op. Ooievaars vliegen om ons heen en wijzen de weg. Naar't schijnt. Als een tandem naar onze eindbestemming. Een kerkhof vol met wilde nachtdieren, een druppel waar je in kan slapen, dessert en cava voor een hele nacht. We snoepen met iedereen die we tegenkwamen.
We werden wakker en keken vanuit de boom door ons raam. We zagen duiven landen, geen ooievaars. Ik kijk voor de zekerheid om me heen want gisteren kon alles.
Als ik dat vertel aan iemand. Dacht ik.
Gelooft niemand mij.
We hadden vijf minuten om er te geraken. Het was niet ver maar er moest veel mee. Zwemgerief, waterdichte schoenen, een appel en een ei. Je weet maar nooit. Met de rugzak op de fiets, het was iets van niets. Achter onze hoek op bezoek. Wij zaten daar te blinken in onwetendheid en we hadden daarvoor 15 minuutjes tijd. Het drankje halfleeg, hapjes die de eerste hongerbeestjes in onze maag verjaagden.
Op de fiets! Een kasteel als doel. Of toch niet? Een hart op de grond met krijt. Voor ons. De vijver in zicht. Een bootje erop. Een mannetje en een vrouwtje erin. Ze zwaaien en wij zingen. Schipper mag ik overvaren ja of nee. We moeten niks betalen. We mogen gewoon mee en eten driehoekjes terwijl de zon en het gesprek ons warm maken. De wekker loopt af. Tweede keer te vroeg, voor mij.
We trappen door de bossen en jij. Jij bent natuurlijk de rede van dit alles. Of toch ongeveer. Niet helemaal. Maar toch bijna. Ik zie je graag fietsen. Dat is alles.
De stalen rossen in een bewaakte stal. Terwijl wij in een chique bosresaturant onder een dak van bladeren een derde gang op smullen. Een boom maakt muziek. Er is echte romantiekwijn en er groeien lelies uit ons bord.
Onze tweewielers gestolen. Al een geluk staan we aan halte "Weetikveel" voor avonturiers en slachtoffers van fietsendieven. Er komt naast 007 en oxo ook wel eens een belbus voorbij voor een appel en een ei. Zie je wel, je weet maar nooit.
In het midden van de zitbank een Duitse man met een gitaar. Hij leert ons wat écht goede muziek is. Wij zingen uit volle borst mee en we vullen de bus goed vind je. Daar zitten de drie achtervogels die net als ons mee kwelen voor niets tussen. Ze waren uit het niets uit de autozetels geploft. Tovenarij.
Die liedjes zijn op. Ooievaars vliegen om ons heen en wijzen de weg. Naar't schijnt. Als een tandem naar onze eindbestemming. Een kerkhof vol met wilde nachtdieren, een druppel waar je in kan slapen, dessert en cava voor een hele nacht. We snoepen met iedereen die we tegenkwamen.
We werden wakker en keken vanuit de boom door ons raam. We zagen duiven landen, geen ooievaars. Ik kijk voor de zekerheid om me heen want gisteren kon alles.
Als ik dat vertel aan iemand. Dacht ik.
Gelooft niemand mij.
zaterdag 6 augustus 2016
Gelijk iedereen.
Een groot pak twijfels wordt aan mijn deur gezet. Of ik even aftekenen wil?
De sneeuwschup.
Dat is dan weggewerkt.
Voor even.
Goed dichtgeplakt met brede tape. Niets mocht verloren gaan.
Ik snij het open met brute kracht. Een explosie volgt.
Onbekende twijfels, herkenbare vraagstukken.
De vloer is bezaaid en waar ligt de handleiding?
De vloer is bezaaid en waar ligt de handleiding?
Ik waad me erdoor. Tot aan mijn middel komt het.
De sneeuwschup.
Dat is dan weggewerkt.
Voor even.
Nu liggen ze buiten te rotten.
Het onkruid kan er mee leven.
Ik vind het maar niets.
Ik ga op het dak staan en roep of iedereen zijn rotzooi kan komen halen.
Ze zijn niet eens de mijne!
Sneeuwschuppen worden gehaald, boodschappentassen gevuld.
Er is ook iemand met een vuilzak en iemand met een portemonnee.
Dat bleek genoeg te zijn.
Ze zijn niet eens de mijne!
Sneeuwschuppen worden gehaald, boodschappentassen gevuld.
Er is ook iemand met een vuilzak en iemand met een portemonnee.
Dat bleek genoeg te zijn.
Het huis is leeg en ik raap de resten op.
Er schijnt dan toch ook wat van mij tussen te zitten.
Het leek verdacht veel op dat van een ander.
Het leek verdacht veel op dat van een ander.
Ik krijg het makkelijk weggewerkt tussen mijn schaterlachen en dagdromen.
Zeker als ik weet welke zakken anderen in hun kast moeten proppen.
Zouden ze minder plaats hebben voor al dat anders?
Ik bel naar de postbode.
Waar hij het pak in hemelsnaam gehaald heeft?
Of er ook een pak zekerheden ligt te wachten?
Dan kan ik ook die even uitdelen.
Waar hij het pak in hemelsnaam gehaald heeft?
Of er ook een pak zekerheden ligt te wachten?
Dan kan ik ook die even uitdelen.
zondag 17 april 2016
Alles voor...
Ontbijten. Vrienden van ver, vrienden van dicht, zussen die geen echte zussen zijn maar toch ook weer wel. Potjes prepare en koffiekoeken paseren, vers appelsap en cava. Een tafeltje erbij voor de laterkomers. Vanop krukken overzien ze het ontbijt-gewemel als badmeesters. Ze fluiten nooit, alles mag vandaag.
Komen en gaan een hele dag door. Zij die blijven gaan genieten en worden helemaal zen. Stoombad, slapen onder een rode zon, bubbelen en zwemmen. Tegen de stroom in of met de stroom mee drijven in onze bel van rust.
We pingpongen met of zonder regels. Flessen en kurkestoppen als hindernis, cavaglazen als jackpot, een wonderbaarlijke cadeautjeskist en moeilijk verkrijgbare sleutels. Dansjes boven de doelen, dansjes na een doelpunt en vooral beseffen dat oog-hand coordinatie er niet toe doet in't leven. Hoe vaak je ook laatst werd gekozen in de sportzaal.
Communistische Mexicaanse malen. De ober ondergaat het eindeloze guacamole bestellen en een slechte beoordeling voor de profiteroles. Zijn banaan kreeg wel een acht. Wat? We verleggen ons doel van eten naar zingen. In de karaokebar kunnen we juist nog binnen. Vandaag is rood en viva pannekoek. Of ook niet. Viva een lekkere cocktail, op een rustiger plekje. Viva dansen! Viva de 90's! Viva jonkies! Viva de vrienden! Viva! Viva! Viva! Viva taxi!
Ons gezelschap meer en meer uitgedund.
Het is goed geweest. Iedereen was erbij. Het was een groot feest.
Ik zat er middenin.
vrijdag 13 november 2015
Reis-einde
Te vroeg pakken we in.
We schuiven onder de nacht door.
Onze taxichauffeur zet de radio op.
Het lijkt wel een aftiteling.
We schuiven onder de nacht door.
Onze taxichauffeur zet de radio op.
Het lijkt wel een aftiteling.
Met dank aan:
De mannen die slapen op hun lange karren.
De koe in het midden van de weg.
Het enige chai kraam dat al open is.
De taxichauffeur die meezingt.
De kitscherige lichtjes die grauw vrolijk maken.
Het pikante eten dat nog niet verteerd is.
De slums die ons nog één blik gunnen.
De laatste starende man op de brommer.
India.
Abonneren op:
Reacties (Atom)