vrijdag 16 september 2016

Rustlucht

Ik zit in de zetel, de ramen open, de zon tekent een laatste streep op mijn lijf.
De kussens zacht en jij rommelt de lintjesschuif uit. Ik kijk naar jou en vraag me af hoe ik je wist te strikken. 

Het vooruitzicht dat we straks gaan koken. Boodschappen in de ijskast en geen erna-plan. Geen haast dus, geen “snel, snel want het is al acht uur” ook geen rommel die nog voor bezoek…geen erna plan. Erna zien we wel, erna doen we niks, erna. De tuin duwt frisse lucht binnen en ik adem.

Ik denk dat ik een boek ga lezen hier in dit warme nest. Dat zou ik kunnen doen. Alleen dat vind ik al het beste. Er zijn zoveel mogelijkheden als vroeger in de tuin. Waar alles kon in het groen en het gras hoewel er voor de rest niets was. De fantasie als gids, je lijf als volgzame toerist. Vanavond kan echt alles dus. En ik doe lekker niks.

Hoe zou vervelen ook weer voelen? Het lijkt zo ver weg. Toen vond ik het verschrikkelijk en nu lijkt het me niet zo slecht. Niet weten wat te doen, alle lijstjes afgevinkt. Een zee zonder wind, de meeuwen niet thuis.

Dat het goed is hier, straks doe ik mijn lelijke joggingbroek aan. Ze komt net boven mijn knie, ze blinkt een beetje, ze heeft twee witte strepen aan elke zij. Ik draag geen bh maar wel een vormeloze t-shirt en ik dans toertjes in het rond. Ik spring op bed en ik maak een kamp met kussens. Ik kijk hersenloze tv, ik woel met mijn blote voeten in het hoogpolige tapijt.

Dat zou ik kunnen doen.

Goed. Thuis. 

woensdag 14 september 2016

Jenga

Zorgvuldig opgebouwd. Dat hoop ik toch. Straatfeest, niemand kijkt maar ik leg een blokje bij. Elke keer opnieuw. Voor mezelf maar ook voor mijn omgeving. Ik roep niet luid: "KIJK IK HEB EEN BLOK BIJGELEGD".  Dat doe ik niet. Ik doe het stilletjes. In de hoop dat ooit iemand die toren zal opmerken. 

Vermoedelijk niet de beste tactiek. Sommige roepers kregen al voor twee gestapelde blokken applaus. Drie keer zelfs. Hij bleef roepen. 

Anderen begonnen nog voor ze begonnen te zeuren. 
Maar de wind waait 
en hij heeft meer blokken 
en ik sta in de zon 
en mijn neus is te lang 
en mijn oren staan scheef.

Zij kregen schouderklopjes bij elke blok die ze legden. 
Goed gedaan
omai zeg
en het waait nochtans hard hé
gij zult nogal een kenner zijn
gelijk dat jij in de zon kan bouwen, zo kan niemand dat
zie je wel dat je neus niet in de weg zit om blokjes te leggen
gij zijt ne krak.

De bevelhebbers die lieten anderen bouwen en kregen de pluimen.
Ze tikten na uren bouwwerk van anderen op de schouder.
Best een schouder van een babbelaar. Een niet zo opmerkzaam babbelaar.
"Kijk eens wat ik gemaakt heb." zegt hij dan stil en beleefd.

Ik blijf blokjes leggen. Niet bepaald opvallend snel, opvallend recht of opvallend hoog.
Maar wel zorgvuldig opgebouwd. Hoop ik.

Nu heb ik het gevoel dat er twee opties zijn.
1 Het wordt avond en iemand steekt die blokken in een zak. Zonder op te merken dat er een toren is gebouwd. "Komaan jongens, het is al laat!"
2 Ik trek de verkeerde blokken eruit en ik kan opnieuw beginnen.