maandag 8 december 2014

Ik ga op rijs.

Ik ga graag op reis omdat ik dan rijs. Ik word zoveel groter dan wie ik normaal ben. Het gaat vanzelf wanneer ik gevoed word door warmte en aangename ervaringen. Dat is dan geloof ik, de gist. Als een klein nat bolletje deeg vertrek ik. Een beetje moe van constant gekneed te worden. Het vliegtuig in, mijn lief aan mijn zij (ik vermoed dat hij zich ook een bolletje deeg voelt) en we vertrekken. Vanaf dan kan het alleen maar goed gaan. Zo ging het ook tijdens onze reis naar Indonesië.

We waren verwonderd en toegegeven een mens is dat niet meer zo rap. Oog in oog met het gat van een vulkaan, het geruis van de stromende lava en het zwarte maanlandschap rondom ons.
We gingen ontdekken, een stad, een gerecht, een gewoonte. Een gezellig plekje of een stinkende kamer. Een strand met honderden sarongs of koffieplantages met witte bloemige huisjes.

Hoe meer ervaringen we op deden, hoe meer we groeiden. Ik was opgelucht. Opgelucht dat we dit deden, opgelucht dat mijn wereld groter werd, opgelucht dat we samen konden genieten. We cruiseden met een brommer door de rijstvelden. We werden met open armen ontvangen in een tempel zonder toeristen maar mét een ceremonie.

Er zijn momenten geweest dat ik dacht dat het leven niet beter kon zijn dan dat.

Toen we achterop een pick-up vol gestapeld met hout zaten, deden we wat alle locals zouden doen. Maar het wordt niet verwacht van die rijke toeristen... Er werd naar ons gezwaaid, er werd naar ons én met ons gelachen, er werd geapplaudisseerd. Wij zwaaiden de hele rit, als koning en koningin, met een glimlach op ons gezicht.

Of toen we vier dagen op zee zaten, dolfijnen en een walvishaai zagen en nog eens dolfijnen. Toen we op het dek sliepen, de sterren zagen of toch eventjes dachten dat we die golven niet gingen overleven. Toen compleet onbekenden daar plots vrienden leken. Of toen we nog eens dolfijnen zagen.

Ik werd luchtig van binnen. Ik was m'n betere zelf. Met grootse plannen en projecten voor de boeg.
Maar dan komt een moment. Dat onvermijdelijk komt. De warmte wordt ingeruild door koude, de vrijheid door verplichtingen. De variatie door verveling.

Ingeklapt als een ongebakken brood. Juist voordat het de oven in moest. Zo ben ik hier in België. Bijna alle lucht is uit mij verdwenen maar hier en daar is er nog een restje. Ik zal de luchtbelletjes omarmen...én veel op reis moeten gaan.